RealTime
0.4 LEES HET BOEKJE

Het ontstaan van mensenrechten

Een Korte Geschiedenis van
Mensenrechten

De Cyrus Cylinder (539 v.Chr.)

Het decreet van Cyrus over mensenrechten is geschreven in de Akkadiaanse taal op een cilinder van gebakken klei.
Cyrus de Grote was de eerste koning van Perzië, in 539 v.Chr. bevrijdde hij de slaven van de stad Babylon.
In 539 v.Chr. werd de stad Babylon veroverd door de legers van Cyrus de Grote, de eerste koning van het oude Perzië (nu Iran). Maar niet zozeer deze verovering, maar vooral wat hij daarna deed, werd een belangrijke stap vooruit voor de Mensheid. Cyrus de Grote liet alle slaven vrij, verklaarde dat iedereen het recht had zijn eigen religie te kiezen, en bepaalde dat er rassengelijkheid moest zijn. Deze en andere decreten werden in Akkadisch schrift vastgelegd op een cilinder van gebakken klei.

Deze oude stenen rol, die tegenwoordig bekend staat als de Cyrus Cilinder, wordt nu beschouwd als ’s werelds eerste handvest voor de mensenrechten. Het is in alle zes officiële talen van de Verenigde Naties vertaald en de inhoud ervan komt overeen met de eerste vier artikelen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

De Verspreiding van Mensenrechten

Vanuit Babylon, het idee van mensenrechten verspreidde zich snel van Babylon naar India, Griekenland en uiteindelijk naar Rome. Daar ontstond het concept van een “natuurwet”, gezien het feit dat mensen gedurende hun leven uit zichzelf al bepaalde ongeschreven wetten schenen te volgen. Romeinse wetgeving was dan gebaseerd op rationele ideeën die uit de praktijk voortkwamen.

Documenten waarin individuele rechten staan vermeld, zoals de Magna Carta (1215), de Petitie van Recht (1628), de Amerikaanse Grondwet (1787), de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger (1789), en de Amerikaanse Bill of Rights (1791) zijn de voorlopers van de mensenrechtendocumenten van vandaag.

Een Korte Geschiedenis van
Mensenrechten

De Magna Carta (1215)

De Magna Carta, ook wel "Magna Charta" genoemd, werd door de Koning van Engeland in 1215 ondertekend en betekende een keerpunt in mensenrechten.
De Magna Carta, of de “Grote Charter”, heeft vroeg in de geschiedenis grote invloed gehad op het langdurige historische proces dat geleid heeft tot de constitutionele wetgeving zoals we die vandaag de dag kennen in de westerse wereld.

Nadat Koning John van Engeland in 1215 een aantal oude wetten en gebruiken had overtreden, werd hij door zijn onderdanen gedwongen de Magna Carta te ondertekenen. De Magna Carta werd pas later gezien als een document voor de mensenrechten. Hierin stond onder andere dat de kerk het recht had om vrij te zijn van overheidsbemoeienis, dat alle vrije burgers het recht hadden op onroerend goed en erfrecht en dat zij beschermd moesten worden tegen extreem hoge belastingen. Er was in vastgelegd dat weduwen met onroerend goed het recht hadden om zelf te kiezen of zij wilden hertrouwen en er werden afspraken vastgelegd voor een eerlijk proces en gelijke behandeling voor de wet. Er stonden ook voorwaarden in om omkoping en wangedrag van de overheid tegen te gaan.

De Magna Carta was een belangrijk keerpunt in de strijd naar vrijheid en wordt door velen gezien als een van de belangrijkste rechtsdocumenten in de ontwikkeling naar democratie.

Petitie van het Recht (1628)

Het Engelse Parlement zond in 1628 deze verklaring van burgervrijheden naar Koning Charles I.
De daaropvolgende mijlpaal in de ontwikkeling van de mensenrechten was de Petitie van het Recht, in 1628 opgesteld door het Engelse Parlement en naar Charles I gestuurd als een verklaring van burgervrijheden. Doordat het parlement weigerde om het impopulaire buitenlandse beleid van de koning financieel te ondersteunen, was de regering wel genoodzaakt om hoge leningen af te sluiten en militaire troepen bij mensen thuis onder te brengen om te bezuinigen. Willekeurige arrestaties en gevangenneming van tegenstanders van het beleid zorgden in het parlement voor een enorme vijandigheid tegen Charles en George Villiers, de Hertog van Buckingham. De Aanvraag tot Rechtsherstel, op initiatief van Sir Edward Coke, was gebaseerd op eerdere statuten en handvesten en bestond uit vier principes: (1) Er mogen geen belastingen worden geheven zonder instemming van het parlement, (2) Geen enkele onderdaan mag gevangen worden genomen zonder dat de reden wordt aangegeven (herbevestiging van het recht van bevel tot voorleiding; Habeas Corpus), (3) Soldaten mogen niet worden ingekwartierd bij burgers en (4) De krijgswet mag niet worden gebruikt in vredestijd.

Een Korte Geschiedenis van
Mensenrechten

Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776)

In 1776 schreef Thomas Jefferson de Amerikaanse Onafhankelijkheids Verklaring.

Op 4 juli 1776 keurde het Congres de Onafhankelijkheidsverklaring goed. Thomas Jefferson schreef als voornaamste auteur de Verklaring als formele uitleg voor de redenen waarom het Congres meer dan een jaar na het uitbreken van de Amerikaanse Revolutie, op 2 juli had gestemd voor onafhankelijkheid van Groot-Brittannië, zodoende werd in deze Verklaring de aankondiging dat de dertien Amerikaanse koloniën niet langer deel uitmaakten van het Britse Rijk. Het Congres gaf de Onafhankelijkheidsverklaring in verschillende vormen uit. In eerste instantie werd het als krant gepubliceerd die op brede schaal verspreid en voorgelezen werd aan de mensen.

Vanuit filosofisch oogpunt legde de Verklaring de nadruk op twee thema’s: individuele rechten en het recht op revolutie. Deze ideeën werden door de Amerikanen alom gekoesterd en verspreidden zich ook internationaal, waarmee ze met name van invloed waren op de Franse Revolutie.

De Grondwet van de Verenigde Staten van Amerika (1787) en de Bill Of Rights (1791)

De Bill of Rights van de Verenigde Naties beschermt basisvrijheden voor de burger van de Verenigde Staten.

De Amerikaanse Grondwet, die in de zomer van 1787 in Philadelphia werd geschreven, is de fundamentele wet van het Amerikaanse federale regeringssysteem en het meest elementaire document in de Westerse wereld. Als oudste geschreven nationale grondwet worden hierin de voornaamste regeringsorganen met hun rechtsbevoegdheden en de basisrechten van de burgers gedefinieerd.

De eerste tien amendementen van de Grondwet — samen de Bill of Rights genoemd — werden op 15 december 1791 bekrachtigd. Hiermee werd de macht van de federale regering van de Verenigde Staten begrensd en werden de rechten van alle burgers, inwoners en bezoekers van Amerikaans grondgebied beschermd.

De Bill of Rights beschermt de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van religie, het recht op wapenbezit, de vrijheid om samen te komen en de vrijheid van petitie. Het verbiedt ook ongegronde fouilleringen en arrestaties, wrede en ongebruikelijke straffen en gedwongen bekentenissen. Naast de wettelijke bescherming die het biedt, verbiedt de Bill of Rights het Congres om wetten te maken betreffende de vestiging van religies en verbiedt het de federale regering om mensen van het leven, hun vrijheid of bezittingen te beroven zonder eerlijk proces. In federale strafzaken vereist het een aanklacht door een grand jury voor zware of schokkende misdaden, garandeert het een snelle openbare rechtszaak met een onbevooroordeelde jury in de regio waarin de misdaad plaatsvond, en wordt dubbele terechtstelling verboden.

Een Korte Geschiedenis van
Mensenrechten

Gevolgd door de Franse Revolutie in 1789, schonk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger specifieke vrijheden van onderdrukking als gevolg van de "wil van het volk".

Verklaring van de Rechten van Mensen en Burgers (1789) In 1789 wierp het volk van Frankrijk hun monarchie omver en stichtte de eerste Franse Republiek.

Slechts zes weken na de bestorming van de Bastille, en nog geen drie weken na de afschaffing van het leenstelsel, werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger (in het Frans: Déclaration des droits de l'Homme et du citoyen) aangenomen door de Nationale Grondwetgevende Vergadering als eerste stap in de richting van een grondwet voor de Franse Republiek.

De Verklaring kondigt aan dat de rechten op “vrijheid, bezit, veiligheid en weerstand tegen oppressie” voor alle burgers gegarandeerd moeten worden. Het betoogt dat de noodzaak voor rechtspraak afstamt van het feit dat “… de uitoefening van natuurlijke rechten van iedere mens alleen grenzen kent die andere leden van de samenleving ervan verzekeren dat zij dezelfde rechten kunnen genieten”. De Verklaring ziet de wet dus als een “uiting van de algemene wil”, met als doel om deze gelijke rechten te bevorderen en om “alleen handelingen die schadelijk zijn voor de samenleving” te verbieden.

De eerste Geneefse Conventie (1864)

Het oorspronkelijke document van de eerste Conventie van Genève in 1864 resulteerde in de zorg van gewonde soldaten.
In 1864 woonden zestien Europese landen en verscheidene Amerikaanse staten een conferentie bij in Genève, op uitnodiging van de Zwitserse Bondsraad, en op initiatief van het Geneefse Comité (het Rode Kruis). De diplomatieke conferentie werd gehouden om een verdrag te sluiten inzake de behandeling van soldaten die in de strijd gewond waren geraakt.

De voornaamste principes die tijdens deze Conventie werden vastgelegd en waar door de latere Geneefse Conventies aan werd vastgehouden, verschafte de verplichting dat er bij het verzorgen van gewonde en zieke militairen niet gediscrimineerd mocht worden en dat medische transporten voortaan gemarkeerd werden met het rode kruis en met respect behandeld dienden te worden.